1. Mijn persoonlijk standpunt. Pro: De stagegroep waarmee ik op GiWW ben geweest telde 51 kinderen. Het was een samenstelling van een klas uit het derde en het vierde leerjaar. Ik vind dit een groot voordeel aangezien deze groep klasoverschrijdend is samengesteld en de kinderen op deze manier ook in contact komen met andere kinderen dan in hun dagelijkse klasomgeving.
Kliekjes vorming is, net zoals op school, niet makkelijk te voorkomen. Ik probeerde daarom de groepsverdelingen bij de verschillende opdrachten en uitstappen zo veel en grondig mogelijk te doorzien. Ik ging hierbij klasoverschrijdend te werk.
Op deze manier hebben de zeeklassen voor deze groep heel wat kansen aangeboden. Kansen om naar elkaar te kijken en naar elkaar toe te groeien, kansen om talenten te ontdekken bij elkaar en bij zichzelf, kansen om te ervaren hoe het is om 4 volledige dagen in groep met elkaar samen te leven, kansen om te leren luisteren naar elkaar en elkaar te begrijpen en te aanvaarden …
De 4-daagse zeeklassen hebben er bij deze groep vooral voor gezorgd dat de kinderen met een meer open blik naar elkaar kijken. Er waren heel wat kinderen met specifieke problematieken die vaak tot uiting kwamen. Het was voor alle leerlingen leerrijk om met deze specifieke gedragingen en situaties te leren omgaan. Ik heb sterk het gevoel dat de leerlingen elkaar veel beter begrijpen nu en zo ook aanvaarden. Ze helpen elkaar en je ziet dat ze zo goed mogelijk hun best doen om voor elkaar te zorgen.
Kinderen bevinden zich in een andere situatie dan de dagelijkse klasomgeving. Hierdoor krijgen zij de kans om zich op een andere manier aan de leerkrachten en aan medeleerlingen te tonen. Ook voor collega's biedt het een kans om elkaar nog beter en op andere vlakken te leren kennen. Ik ben ervan overtuigd dat de onderlinge band en hierdoor ook de samenwerking op school sterk verbeterd kan worden. Op vlak van talenten kennen de leerkrachten elkaar al vrij goed. Hierdoor kunnen ze hier gretig gebruik van maken en vormen zij een sterk team. Voor mij was het als stagiaire een uitdaging om me zo goed mogelijk in het team te integreren. Ik ben van mening dat dit aardig gelukt is. Ook ik ken mijn talenten en heb deze ook zo veel mogelijk getoond en duidelijk gemaakt naar de anderen toe. Ik heb ook de kans gekregen om mijn talenten in te zetten en zo deel te worden van het team.
Het was mooi om te zien dat leerlingen echt genieten van zo'n zeeklassen. Ze zijn onder vrienden en doen hun uiterste best om ook met andere kinderen, die ze voorheen niet of minder kenden, een band te smeden. Ook merk ik sterk op dat leerlingen heel veel leren uit deze 'rijke' omgeving. Theorie die ze in de klas leerden wordt nu in werkelijkheid ervaren waardoor alles beter onthouden wordt. Niet enkel inhoudelijk krijgen kinderen een beter inzicht. Ze leren ook op heel wat andere vlakken omgaan met een nieuwe omgeving.
De uitstappen en opdrachten die tijdens deze zeeklassen voorzien waren door de leerkrachten vind ik heel goed uitgekozen. Vele kinderen kregen heel unieke ervaringen aangeboden die ze anders nooit of zelden zouden meegemaakt hebben. Dit is tenslotte het uiteindelijke doel van dergelijke zeeklassen.
contra: Ik merk op dat 4 dagen weg gaan van huis voor heel wat leerlingen een grote opgave is. Vele kinderen zijn van thuis uit heel beschermend opgevoed en zijn het niet gewoon om geen constante aandacht te krijgen. Op zeeklassen is het echter onmogelijk om voor alle leerlingen aan deze constante behoeften te voldoen. Het is soms moeilijk om om te gaan met kinderen die heimwee hebben en lichamelijke klachten krijgen door het gemis van het thuisfront. Ook zijn er vele kinderen die niet kunnen omgaan met de drukte die zo'n grote groep met zich meebrengt. Deze problemen zorgen er vaak voor dat kinderen niet optimaal kunnen functioneren op emotioneel en cognitief vlak en hierdoor gaan heel wat kansen verloren.
Ook op financieel vlak is het voor vele ouders niet makkelijk om zo'n reis te kunnen betalen. PiusX staat ervoor bekend dat het financiële vlak nooit een reden kan zijn om de kinderen niet te laten meegaan op zeeklassen. Zij geven financiële steun aan ouders die het moeilijk hebben om alles te betalen. Hierdoor is er een heel grote diversiteit van sociale klassen op deze school. Dit vind ik een voordeel, maar de gevolgen van deze manier van werken eist de laatste jaren zijn tol. Alsmaar meer kinderen uit kansarme gezinnen komen dus naar deze school. De school wordt hierdoor steeds meer belast met financiële tussenkomsten. Na een tijdje zal de school niet meer kunnen garanderen dat iedereen volledig gesponsord kan worden en dit zal gevolgen hebben voor de kinderen. Ik vind het zeker niet kunnen dat enkele leerlingen hierdoor niet zouden kunnen deelnemen aan de zeeklassen. Hiervoor moet collectief met de school naar oplossingen gezocht worden.
Algemeen: In het algemeen vind ik dat deze zeeklassen zeker en vast een meerwaarde voor de kinderen bieden. Ze kunnen zich tijdens deze dagen op heel veel verschillende vlakken ontplooien. Ze krijgen kansen om op verschillende manieren van elkaar en uit hun omgeving te leren. Kinderen leren omgaan met diversiteit. Theorie wordt omgezet in praktijk. Ook voor de leerkrachten biedt het een kans om leerlingen op een andere manier te leren kennen. Zij kunnen hiermee rekening houden in de klas.
2. Doelen van mijn GiWW.
Bij deze zeeklassen zijn heel wat doelen bereikt. Er werd zowel gewerkt aan inhoudelijke inzichten maar zeker en vast ook aan doelen op vlak van persoonlijke en sociale ontwikkelingen. De activiteiten en bezoeken werden van tevoren concreet geregeld, gepland en voorbereid.
Krachtige leeromgeving. Tijdens deze zeeklassen werden heel wat activiteiten op voorhand geregeld. Ook ging het leerkrachten team op voorhand enkele zaken bezoeken om te controleren of het aanbod leerrijk en doelgericht was voor de kinderen. Verschillende activiteiten uit vorige zeeklassen werden opnieuw gedaan omdat de leerkrachten eerder ervoeren dat deze heel interessant en kindgericht waren en sterk bijdragen tot de cognitieve en sociale ontwikkelingen van de kinderen.
Er waren naast de bezoeken ook heel wat zelf voorbereide activiteiten om bij te dragen aan deze cognitieve ontwikkeling. Zo kreeg ik de opdracht om verschillende didactische activiteiten uit te werken over theorie die de kinderen in de klas reeds behandelden. Ik kon mij daarvoor baseren op de teksbundel die de kinderen kregen op school. Het was opmerkelijk hoe vaak ze verrassend opkeken en lieten blijken verschillende zaken nu veel beter te begrijpen door iets in het echt te zien of zelf te ervaren.
We bezochten een visserijmuseum waarbij de kinderen aan de hand van een vragenboekje alle verschillende thema ruimtes ontdekten. Kinderen werkten hierbij samen, lazen de weergegeven informatie, bekeken de opgestelde materialen en voorwerpen en gingen lijflijk aan de slag met proefjes en spelvormen. Hierbij leerden zij heel wat bij op vlak van de zee en specifiek de zeevaart van vroeger en nu.
Ook maakten we wandelingen in de duinen waarbij de kinderen luisterden naar een gids. Deze ging vooral aan de slag met de vragen die de leerlingen zelf stelden. Op deze manier waren zij heel betrokken. Ook konden zij op onderoek gaan met een vergrootglas en voerden zij kleine opdrachten uit.
Heel wat verschillende activiteiten zorgden dus zeker voor een krachtige leeromgeving voor de leerlingen, waar vele doelen bereikt werden als: - Leren bepalen of het eb of vloed is en hierbij de astronomische verklaring geven van de stand en beweging van de maan ten opzichte van de aarde. - Verschillende begrippen als: eb, vloed, nat zand, droog zand, vloedlijn of hoogwaterlijn, springtij...kennen en verklaren. - In eigen woorden uitleggen waarom volgende gedaanten zijn ontstaan/ aangelegd werden en waarvoor deze dienen: golfbrekers, duinen, dijken en pieren. - Respect tonen bij het luisteren naar specialisten die ons zaken wilden bijleren. Bijvoorbeeld: Het verhaal van de garnaalvisser te paard, gidsen, mensen in het museum ... - Determineren van schelpen die de kinderen zelf vonden op het strand en vogels die we zagen in de duinen en aan de kust. - De geschiedenis achter de scheepvaart leren kennen.
Krachtige leefomgeving. Hier draait het vooral rond bijbrengen van attitudes, persoonlijke en sociale vaardigheden. Voor de zeeklassen van start gingen, vroeg ik gericht naar leerling specifieke gegevens. Erg veel kwam ik niet te weten. Ik leerde de kinderen echter wel op heel korte tijd goed kennen. Heel wat kinderen hadden specifieke noden waarbij je goed moest weten op welke manier wel of niet gereageerd kon worden.
Kinderen leerden tijdens verschillende momenten van de dag bepaalde attitudes aan die bij vele onder hen ver te zoeken waren. Ik merk op dat het belangrijk is om deze attitudes heel duidelijk te maken naar de kinderen toe aangezien we met heel veel mensen samenleefden. Wanneer deze attitudes en afspraken niet worden nageleefd zou er geen overzicht meer zijn en lopen zaken uit de hand.
De attitudes waar vooral op toegezien werd zijn: - Respect tonen ten opzichte van de leekrachten en van elkaar. - Respect tonen voor andere vakantiegangers op het domein. - Respecteren van de rust voor iedereen op het domein (bij het slapengaan). - Tafelmanieren. - Respect tonen ten opzichte van het onderhoudspersoneel. - Dankbaarheid voor alle activiteiten die zij mogen meemaken. - Zelfstandigheid tonen, bijvoorbeeld op de kamers bij het slapengaan, valiezen uit- en inpakken... - Zorg dragen voor materiaal en voor elkaar. - Zich verantwoordelijk gedragen binnen de groep. - Plannen en op de hoogte blijven van de gebeurtenissen van de dag.
Kinderen kregen een weekplanning waarbij alles chronologisch voorgesteld werd. Vele kinderen hadden baat bij zo'n structuur, zij leerden omgaan met planningen die zij niet gewoon zijn uit het schoolse leven. Zo gaven wij geen antwoord op de vragen: Wanneer eten we? Wat gaan we nu doen? Waar stappen we naartoe? Deze vragen konden de kinderen zelfstandig beantwoorden aan de hand van hun gekregen agenda. Op deze manier leren kinderen omgaan met planningen en ervoeren zij ook dat deze af en toe kunnen wijzigen door onvoorziene omstandigheden.
Algemeen: De zeeklassen waren heel goed voorbereid. Er was een goed gevuld programma waardoor planning en stiptheid heel belangrijk was. Deze verantwoordelijkheid werd in kleine zaken ook deels in de handen van de kinderen gelegd waardoor zij ook bewust met tijd en timing leerden omgaan. Kinderen ervoeren heel veel leuke en interessante activiteiten waardoor zij op een spelende en ontdekkende manier konden leren op cognitief en sociaal vlak. Toch vond ik dat het weekschema net iets TE gevuld was. Vaak was het zo dat we ons heel erg moesten haasten om alle georganiseerde bezoeken en activiteiten zoals gepland uit te voeren. Hierdoor gingen enkele activiteiten die ik voor tussendoor uitwerkte verloren. Ik zou dus zelf voorstellen om vaker een vrij moment in te plannen waarop de kinderen vrij kunnen spelen en de druk voor een deel verlaagd wordt.
Enkele leerplandoelen:
SErv1 Zich engageren in relaties, daar deugd aan beleven en zich daarover uitdrukken.
SErv3 Samenwerken met anderen en zo bijdragen aan het realiseren van een gemeenschappelijk doel.
IVoc1 Nieuwsgierig zijn naar en bereidheid tonen om het nieuwe te ontdekken en erover te leren.
OWru5 Een landschap gericht waarnemen en op eenvoudige wijze onderzoeken waarom het er zo uit ziet.
OWna1 De natuur actief opzoeken en waarderen.
OWna2 In verschillende biotopen vaak voorkomende organismen waarnemen, onderzoeken, benoemen en ordenen.
OWna8 Natuurlijke verschijnselen en gangbare materialen waarnemen, onderzoeken en herkennen in de omgeving.
3. Taken van een leerkracht.
Taak 1: Leerkacht heeft medische kennis over de leerlingen. Het is belangrijk dat de leerkrachten op de hoogte zijn van alle medische kenmerken en vereisten van de kinderen. Zij hebben op dit vlak al heel wat voorkennis uit de dagelijkse gang van zaken in de klas, maar het is belangrijk dat specificaties extra nagevraagd worden. Zo werd op voorhand een mediche fiche meegegeven aan de ouders om deze over hun kind in te vullen. Op deze manier waren de leerkrachten ook op de hoogte van zaken die niet dagdagelijks in de klas op te merken of van toepassing zijn. Kinderen brachten hun medicatie apart mee en werden verplicht genaamtekend. Voor we op de bus stapten werden deze opgehaald door de leerkrachten en in een voorziene opbergkist gestopt. Ook werd uitdrukkelijk gevraagd om te noteren wanneer, hoe vaak en indien nodig, op welke manier de medicatie moest toegediend worden. Leerkrachten zorgden ervoor dat de kinderen iedere dag hun medicatie op het juiste moment kregen. Ik merkte op dat de kinderen hier niet zelfstandig rekening mee kunnen houden.
Taak 2: Leerkracht onderhoudt de communicatie met het thuisfront. De leerkrachten zorgen ervoor dat het contact onderling tussen de leerkrachten, de ouders en de kinderen goed verloopt. Zo konderen de kinderen op de eerste avond een brief schrijven. Leerkrachten zorgden er op voorhand voor dat de kinderen verschillende enveloppes mee hadden waarop het adres van de bestemmeling al genoteerd stond en de postzegel al bevestigd was. Deze brieven werden de volgende dag nog verstuurd zodat deze op tijd thuis aankwamen. Iedere dag werd de binnenkomende post ook aan de kinderen uitgedeeld. Voor vele kinderen was deze dagelijkse contactvorm een grote steun, voor anderen een teleurstelling wanneer zij geen post kregen. Ook stonden ouders en leerkrachten met elkaar in contact. Wanneer de leerkrachten nog bijkomende vragen hadden (bijvoorbeeld of er onvoorziene medicatie aan het kind mocht gegeven worden tegen plotse buikpijn, hoofdpijn ...) namen zij eerst telefonisch contact op met de ouders om hun toestemming te vragen. Ook schreef ik dagelijks een blog waardoor de ouders op de voet konden volgen wat hun kinderen die dag allemaal gedaan hadden. Aangezien ik dit uitgbreid deed en ook veel beeldmateriaal deelde, kreeg ik hier heel wat positieve reacties op van de ouders.
Taak 3: Leerkracht als opvoeder. Tijdens de zeeklassen is mij opgevallen dat het heel belangrijk is om de kinderen op bepaalde attitudes te wijzen en bij te brengen. Niet enkel bij bezoeken en dergelijke, maar ook binnen het domein. Op ieder moment van de dag maak je aan de kinderen duidelijk wat kan en wat niet. Het is belangrijk om hen aan te leren dat leven in een grote groep niet altijd vanzelfsprekend is. Wederzijds respect voor zaken en personen is hierbij heel belangrijk. Iedereen draagt de verantwoordelijkheid om alles goed te laten verlopen, ook de kinderen.
Taak 4: Leerkracht als cultuurparticipant. Zeeklassen is niet enkel plezier maken. Het is ook de bedoeling dat de kinderen zaken bijleren en theorie in praktijk kunnen brengen. Zo moeten leerkrachten actief op zoek gaan naar culturele uitstappen om de kinderen nieuwe zaken bij te brengen. Ook organiseren zij uitstappen en didactische activiteiten om de theorie die de kinderen op school leerden in praktijk om te zetten. Niet enkel houden zij het bij de voorbereide activiteiten, zij anticiperen ook op mogelijkheden en situaties die zich op het moment zelf voordoen en interessant zijn.
Taak 5: Leerkacht in samenwerking met externen. Tijdens zeeklassen gingen we heel vaak op verplaatsing met de bus en dergelijke. Het is van primordiaal belang dat deze zaken organisatorisch allemaal op voorhand geregeld en vastgelegd worden. Ook communicatie op het moment zelf is heel belangrijk om alles vlot te laten verlopen. Zelfs wanneer alles op voorhand geregeld is, is het toch noodzakelijk om een back-up plan te hebben voor moest er een probleem optreden. Ook de activiteiten en bezoeken moeten goed op voorhand georganiseerd en vastgelegd worden. Het is echter niet makkelijk om met zo'n grote groep op het moment zelf nog bezoeken te regelen. Het is ook belangrijk om duidelijk met de externen te communiceren over de verwachtingen. Je moet als leerkracht voldoende op de hoogte zijn wat de uitstap of het bezoek als meerwaarde zal hebben voor de kinderen.
4. Top-Down moment.
Top moment. De leerkrachten voorzagen emmers vol grote schelpen die in goud, zilver of brons geschilderd waren. Iedere avond werd een moment voorzien waarbij verschillende kinderen een of meerdere medailles konden ontvangen en ook de reden waarom deze uitgereikt werden, waren divers. De leerkrachten hielden daarom de kinderen overdag goed in de gaten, ze hielden een lijst bij met de namen op en duidden aan welke leerling welke kleur medaille won en dus voor welke reden. Op deze manier kon bijgehouden worden welke leerling op een bepaald moment nog geen medaille gewonen had. Het was belangrijk dat alle kinderen op het einde van de zeeklassen minstens twee medailles mee naar huis konden nemen.
Het was geweldig om te zien hoe blij de kinderen waren wanneer zij op het podium mochten gaan staan. Ook genoten zij van het moment dat ze op de foto mochten en het daverende en spontane applaus van hun medeleerlingen in ontvangst namen. Het was zo mooi om het geluk op hun gezichtjes te kunnen aflezen. Het is heel fijn dat de leerlingen oprecht blij zijn voor elkaar. Ook zijn ze trots wanneer een leerling die wat minder in de groep ligt, aan bod komt. De kinderen toonden oprechte verdraagzaamheid ten opzichte van elkaar.
Down moment. Voor mijn down moment kies ik niet echt een situatie die zich organisatorisch of in verband met de kinderen onderling voordeed. Ik ervoer een down moment toen ik op een bepaalde avond samenzat bij de leerkrachten die meewaren op zeeklassen. Zij begonnen te roddelen over een jongentje uit het derde leerjaar. Hij heeft hoogstwaarschijnlijk een plasprobleem aangezien hij 17 keer op 4 dagen in zijn broek heeft geplast. De leerkrachten deden forse, krasse uitspraken over hem en daar was ik erg van geschrokken. Ik kan geloven dat het voor hen niet leuk is dat ze telkens helemaal terug moeten keren van de uitstap of de activiteit om zijn broek te verversen, maar ik vind dit geen reden om slecht te praten over deze leerling. Ik heb voor de rest van de dagen dan ook de taak op mij genomen om ervoor te zorgen dat de leerling voldoende naar het toilet ging en ververste meerdere keren zijn broek zodat de andere leerkrachten deze taak niet meer op zich moesten nemen.
5. Aandacht voor voeding.
Op deze zeeklassen waren heel wat kinderen mee waaraan specifieke aandacht geschonken moest worden op vlak van voeding. De kinderen namen in de eetzaal telkens dezelfde plaats in. Op deze manier zorgde dit voor rust en orde, zowel voor de kinderen zelf als voor de leerkrachten. Leerkrachten zaten helemaal vooraan, dicht bij het buffet waar iedereen moest aanschuiven. Kinderen kwamen tafel per tafel naar voren en wij als leerkrachten begeleidden hen bij het opscheppen van het eten.
Er waren verschillende kinderen die omwille van hun godsdienst enkel halalvoeding mochten eten. Over het algemeen werd hier vanuit het restaurant van het domein waar we verbleven, sterk rekening mee gehouden. Was het eten toch niet halal, dan stond er telkens een schotel klaar met een halal vervanger voor die specifieke leerlingen. Ook voor de kinderen die vegetarisch of lactose intolerant zijn, werd er steeds iets voorzien.
Er werd, voor de zeeklassen van start gingen, een fiche meegegeven aan de ouders die ze moesten invullen om zo deze gegevens over de kinderen te verzamelen. De leerkrachten gaven deze informatie ook ruim op voorhand door aan de verantwoordelijke van de catering op onze verblijfplaats zodat zij de nodige bestellingen konden doen en voorzieningen treffen.
Er werden geen alergieën gemeld of vastgesteld bij de kinderen uit de groep. We voorzagen als leerkrachten wel pilletjes om mogelijke allergieverschijnselen te genezen indien het nodig moest zijn. Hiervoor zou op voorhand naar de ouders moeten gebeld worden om toestemming te krijgen om het pilletje aan het kind te mogen geven. Gelukkig heeft deze situatie zich niet voorgedaan.
Er waren wel heel wat kinderen die bepaalde voeding niet lustten. Wij vonden het als leerkrachten heel belangrijk dat alle leerlingen toch minstens proefden van het eten dat voorzien werd. Wij keken hier dan ook streng op toe. Wanneer de kinderen het echt niet lekker vonden of wouden opeten, kregen zij boterhammen met choco als vervanging.
Ook hygiëne en netheid werden hoog in het vaandel gedragen. Zo moesten de kinderen geregeld tussen de activiteiten hun handen wassen en werd er zeker voor het eten op toegezien dat dit gebeurde. De kinderen kregen de verantwoordelijkheid om na het eten hun borden te stapelen en alles door te schuiven naar de voorzijde van de tafel. Ook kuisten zij hun tafel op wanneer er etensresten waren achtergebleven. Op deze manier leerden we de kinderen respect te tonen ten opzichte van het keuken- en poetspersoneel. Het was heel opmerkelijk en duidelijk dat vele kinderen hier thuis geen rekening mee moeten houden. Een gerichte begeleiding was hierdoor bij vele leerlingen noodzakelijk.